”Onder de stenen van een stoep ligt arme grond, veelal zand”, zegt Martin Stevens. “Wilde planten doen het vaak juist erg goed op zulke grond. Eventueel kun je die iets verrijken met compost, maar gooi er alsjeblieft geen mest of potgrond bij. Wilde planten zoeken zelf wel hun voedsel en vocht.”
Zo pak je het aan
Tegels eruit halen (wel even afstemmen met de gemeente!) en vervolgens de grond losmaken. Eventueel kun je wat bladcompost er doorheen scheppen. Bij heel dicht zand kan het nuttig zijn om wat grint toe te voegen. Zo breng je wat lucht in de bodem. Oriënteer je dan op de planten die je wilt gebruiken. In het boek van Martin vind je bijvoorbeeld foto’s van alle soorten, welke het waar goed doet en wat de kenmerken zijn. Ook op internet is veel informatie te vinden.
“Een flink aantal van de inheemse wilde planten die ik heb beschreven zijn verkrijgbaar bij ecologische kwekers”, vertelt Martin. “Je vindt er ook steeds meer bij de gewone tuincentra. Ga niet zelf wilde planten uitsteken in de natuur, ook niet als een soort overvloedig aanwezig is. Het heeft vaak jaren geduurd om zo uit te groeien. Insecten hebben die wilde planten keihard nodig.”
Zon
Een warme zuidgevel is een ideale plek voor een tuin met wilde planten. Soorten die je daar goed kunt plaatsen zijn onder andere wilde margriet, steenanjer, wilde marjolein, ruige leeuwentand en echte guldenroede.
Schaduw
Soorten die het goed in de schaduw doen: Vrouwenmantel, Gewone Brunel en gevlekte dovennetel. Die laatste bloeit vrijwel het hele jaar en is erg in trek bij wilde bijen. Die help je sowieso een handje met wilde planten in de tuin, omdat die vaak veel meer voedsel voor hen bevatten dan gekweekte soorten.
Grootte en verzorging
Een wilde plantentuin kun je al aanleggen door een stoeptegel te lichten. Groter is natuurlijk leuker en biedt meer ruimte voor verschillende soorten. Een te kleine geveltuin kan door de gemeentelijke onderhoudsdienst per ongeluk worden aangezien voor een ‘pol onkruid’.
Over het algemeen zul je weinig werk hebben aan een geveltuin met wilde planten. Na het planten wel veel water geven en nathouden. Na een week of drie gaat de plant zelf op zoek naar water. Dat is het moment om te minderen. Hierdoor wortelen de planten diep en dat komt in een hete zomer goed van pas. Te lang veel water geven, maakt planten lui waardoor ze oppervlakkig wortelen.
Bijmesten hoeft ook niet. Met wilde planten in de geveltuin heb je vooral de lusten en niet of nauwelijks de lasten.
Meer weten over wilde planten?
Dit artikel was te lezen in de zomereditie (2021) van De Tuinliefhebber. Wil je De Tuinliefhebber voortaan ook thuis ontvangen, meld je dan nu aan als supporter van AVVN.
Tuinieren met wilde planten
Lees over de verschillende soorten en hun eigenschappen in Tuinieren met wilde planten van Martin Stevens.
ISBN 9789056156084, Uitgeverij Noordboek
€19.90