zaaien

Zaaien

het geven van een goede start

markus-spiske-4PG6wLlVag4-unsplash (1)

Je hebt een plan gemaakt wat je wil gaan oogsten op je moestuin, en je staat aan het prille begin van een magische reis; het laten groeien van een plant uit een nu nog piepklein zaadje. Maar hoe gaat dit in zijn werk? En waar zaai je; binnen op buiten? 

Voorzaaien of direct buiten zaaien?

Lees altijd eerst goed het voorschrift voor de plant die je gaat zaaien. Sommigen kun je het beste eerst binnen zaaien, dit noemen we voorzaaien. Je begint met voorzaaien rond februari/maart. Bij groenten en bloemen die pas na ijsheiligen (half mei) naar buiten mogen kun je hiermee een voorsprong nemen. 

Voordelen van voorzaaien:

  • Je hebt meer controle over wat je zaait; je houdt alleen sterke plantjes over die je vervolgens heel nauwkeurig in de tuin kunt plaatsen.
  • Doordat de plantjes groter en sterker zijn als je ze uitplant, heb je minder last van ongedierte dat de zaadjes of plantjes opeet.
  • Bloemen bloeien eerder omdat ze een voorspong hebben.

Wat heb je nodig voor voorzaaien?

  • Kweekpotjes (liefst turfvrij) of een kweektray
  • Zaai-en stekgrond of potgrond vermengd met vermiculiet (met een verhouding 70/30).
  • Een plantensproeier om de potjes vochtig te houden (kleine bakjes drogen snel uit, zeker binnen)
  • ijsstokjes of bordjes om aan te geven wat je waar hebt gezaaid

Zet de bakjes beter niet in de vensterbank. Hier is het vaak té warm en hiervan gaan je plantjes scheef naar het licht toe groeien. Geef de zaadjes voldoende ruimte, zodat je ze goed uit elkaar kunt halen bij het verpotten.

Volle grond

Veel groenten kun je direct in de volle grond zaaien. Zoals radijsjes, wortels en andere wortel- en knolgroenten kan je beter niet voorzaaien omdat je dan de knol kunt beschadigen, en dat wil je niet. Rucola, pluksla, raapsteel, spinazie, winterpostelein, veldsla en de meeste andere bladgroenten zaai je ook direct in volle grond. Hou daarbij rekening met de grootte van de plant. Een courgetteplant kan bijvoorbeeld wel een meter breed worden. 

Om het groeiproces een handje te helpen kun je wat zaaigrond in de geultjes strooien, dan gaat het kiemen een stuk makkelijker. Het kan ook helpen om de zaden vooraf een paar uur in water te weken. 

Tweejarige planten
Het zaad van tweejarige kun je na de bloei direct in volle grond zaaien zodat je al vroeg in het komende voorjaar weer mooie bloemen hebt. Tweejarige planten hebben een aanloopje nodig voordat ze in bloei schieten. Als je dit zaad in de zomer zaait, geniet je volgend jaar van de bloemen. En natuurlijk van bijen en vlinders! Dit is onder andere het geval bij stokrozen, teunisbloem, duizendschoon, papaver, vingerhoedskruid & judaspenning. Dit jaar vormt de plant alleen nog maar enkele bladrozetten. In de winter sterft het blad af maar groeien de wortels door. Pas in de volgende lente of zomer zal de plant bloemen geven.

Verpotten

Na het ontkiemen kunnen de kleine plantjes, die al drie tot vijf blaadjes hebben, verpot worden naar een grotere pot. hier hebben ze meer ruimte om te groeien. Zorg ervoor dat het potje en de aarde goed nat is. Zo laten de wortels gemakkelijk los zonder te beschadigen. Breng het plantje naar zijn nieuwe plek. Zorg ervoor dat deze voldoende ruimte heeft. Afhankelijk van de plant is dat alleen of samen met anderen in één pot. Plant 'm tot vlak onder de kiemblaadjes in de grond. Let er daarbij op dat de wortels mooi recht naar beneden wijzen. 

Uitdunnen

Soms staan er teveel plantjes bij elkaar dan qua plantafstand wenselijk is. Wat je dan kan doen is de plantjes uitdunnen. Eerst kijk je welke plantjes er het sterkst uitzien. Vervolgens knip je de zwakke plantjes vlak boven de grond af. Zo hebben de sterke planten meer ruimte. Wanneer je de zwakke planten uit de grond trekt loop je het gevaar dat je de wortels van de sterke planten beschadigd. 

Uitplanten

Is het warm genoeg buiten en is je plantje redelijk sterk? Dan kun je hem buiten in de volle grond, of in grote potten, uitplanten. Bij sommige soorten kun je beter wachten tot na 15 mei (ijsheiligen). Dan is er meestal geen nachtvorst meer.

Gebruik je potten? Let er dan op dat deze beschikken over gaten in de bodem. Zo kan het overtollige water weglopen. Houden je planten niet van natte voeten? Dan zijn terracotta potten een goede keuze, want door de poreuze wand verdampt het water waardoor er sneller lucht bij de wortels komt. Heeft je plant juist veel water nodig, dan is een plastic pot waarschijnlijk een betere keuze. 

Laat de plantjes die binnen hebben gestaan eerst even 'wennen' aan het verschil in temperatuur door ze overdag buiten op een beschutte plek te zetten. Onder een afdakje is een goede plek. 's Nachts haal je ze weer naar binnen. Dit proces heet 'afharden' en zal je 3 tot 5 dagen moeten herhalen. 

Mulchen

Rondom de net uitgeplante plantjes kun je stro, compost, bladeren, houtsnippers of gras neerleggen. Dit zorgt ervoor dat er geen tot weinig onkruid opkomt. De voegingsstoffen in de grond gaan dan gerichter naar de plantjes toe en de bodem droogt minder uit. Het verbetert de bodemstructuur, waardoor die luchtiger wordt. Op deze manier help je de plantjes én de beestjes.

Haal meer uit je oogst
Je planten laten groeien
Om mee te beginnen:
Tien makkelijke gewassen
Bemesten
Voor gezonde en weerbare planten
Zelf compost maken
Hoe doe je dat?