Natuurrijke-tuin-Kortenhoef-Kortenhoef-tuin-reiger

Wilde planten in je tuin

Door Martin Stevens wilde planten in je tuin - Martin Stevens

Martin Stevens portretfoto.jpeg“Je kunt een vogeltuin of een vlindertuin aanleggen, maar met een tuin met wilde planten creëer je voor alle dieren een oase, een gedekte tafel, een heerlijk woon- en leefgebied. Oftewel: een levende tuin. Een die bovendien ook zeer aangenaam is voor jezelf!”

Aan het woord is Martin Stevens: fotograaf, kweker van wilde planten en auteur van Tuinieren met wilde planten. Het mag duidelijk zijn: Martin is ‘wild’ van wilde planten. Na het succes van zijn eerste boek werkt Martin aan een vervolg dat volgend voorjaar verschijnt. 

Wat zijn wilde planten?

Wilde planten zijn planten die ergens vanzelf komen en kunnen leven zonder de specifieke hulp van mensen, dus de planten in de natuur en ook in wegbermen bijvoorbeeld. Uiteraard is er, in de miljoenen jaren dat de aarde bestaat, heel wat gebeurd wat betreft klimaat en landschap. De plantenwereld heeft zich altijd aangepast aan die veranderingen. Na de laatste ijstijd is in Europa een plantengroei ontstaan die meebeweegt met de temperatuurgrens. Het wordt steeds warmer en dat proces is dus nog steeds aan de gang. Warmte minnende planten breiden zich uit richting het noorden en daarmee ook de dieren die ervan leven.

De mens heeft veel natuur in gebruik genomen voor allerlei doeleinden, maar de wilde planten zijn daardoor niet verdwenen. Soms handig, soms minder handig als je bijvoorbeeld voedsel wilt verbouwen of wilt genieten van je siertuin. Die wilde planten blijven maar terugkomen in akkers en tuinen. Niet voor niets dat ze de naam ‘onkruid’ kregen.

Waarom zijn wilde planten belangrijk?

Je staat er niet altijd bij stil, maar die wilde planten zijn van groot belang. Ze hebben een hele groep andere organismen om zich heen die allemaal in meer of mindere mate van elkaar afhankelijk zijn. Bodemdiertjes, schimmels, bovengronds leven: echt alles hoort bij elkaar. Dat wordt ruw verstoord als de mens voedsel gaat verbouwen, bomen gaat kappen en zand of andere grondsoorten gaat afgraven. Toch proberen de wilde planten en dieren zich ook dan aan te passen. Voor zover mogelijk dan, want tegen het spuiten met chemische bestrijdingsmiddelen is ‘geen kruid gewassen’.

Planten en dieren zorgen er ook voor dat wij kunnen eten. Het belangrijkste voorbeeld zijn de bestuivende insecten. Die bezoeken niet alleen de wilde planten maar ook onze 'nutsgewassen'. Zonder insecten geen kersen en appels! Maar ook de roofinsecten zoals sluipwespen, zweefvliegen, gaasvliegen en lieveheersbeestjes zijn onmisbaar. Die eten niet alleen de massaal aanwezige luizen op de wilde planten, maar ook op onze cultuurplanten.

Alle insecten en andere kleine dieren worden weer gegeten door vele soorten vogels. Die pikken wel eens een graantje mee van ons voedsel, maar zorgen vooral dat allerlei ‘plaaginsecten’ in toom worden gehouden. Een goed voorbeeld is een onderzoek uit Duitsland naar de invloed van insecten op coloradokevers in aardappelvelden. Op kleine akkers met rondom houtwallen bleken veel minder coloradokeverlarven te zitten dan elders op grote kale akkers. Wat bleek; in de houtwallen zaten grote nesten van rode bosmieren, die sleepten de larven mee naar hun nest. Op die akkers was dus geen gif nodig voor de bestrijding van de invasieve kevers.

Wilde planten trekken inheemse dieren aan

Wilde planten in je tuin, trekken dus veel inheemse dieren aan. Ze bieden, in tegenstelling tot vele gekweekte cultuurplanten, voedsel voor de dieren die hier van nature voorkomen: nectar, stuifmeel, blad, wortels, vruchten en zaden. Hoe meer wilde planten, hoe meer biodiversiteit. Dus meer soorten insecten, spinnen, duizendpoten, slakken, vogels en andere dieren zoals kikkers, padden, muizen en egels bijvoorbeeld. En niet te vergeten: vlinders! Hoewel vlinders ‘opvreters’ leveren in de vorm van rupsen zijn die rupsen ook juist weer nodig als voedselbron voor jonge vogels. En wilde planten kunnen wel tegen wat gevraat, blad genoeg.

Al die kleine en grote dieren zijn niet alleen een verrijking in je tuin, ze helpen je ook een natuurlijk evenwicht te bereiken. Lieveheersbeestjes houden je luizen in toom, koolmezen eten vele rupsen en andere larven, egels en merels zorgen voor een normaal aantal slakken.... Maar dan moet je wel wat wilde planten laten staan en laten bloeien natuurlijk. Daarnaast kun je ook allerlei wilde plantensoorten naar eigen keus zaaien en/of planten. In de siertuin maar zeker ook in en rond de moestuin of de boomgaard.

Wilde planten die in de voorzomer volop bloeien

Icarusblauwtje-Martin-Stevens-medium.jpgknoopkruid-Martin-Stevens-medium.jpgmargriet-Martin-Stevens-medium.jpgWilde-marjolein-Duin-en-kruidberg-middenherenduin-Zuid-Kennemerland-Martin-Stevens-medium.jpgzweefvlieg-hooverfly-Martin-Stevens-medium.jpg
  • Klokjessoorten zoals prachtklokje en akkerklokje
  • Knoopkruid
  • Wilde margriet
  • Wilde marjolein
  • Muskuskaasjeskruid
  • Ruige leeuwentand
  • Klaprozen

Maar er zijn er natuurlijk nog veel meer.

Meer weten over wilde planten?

Lees Tuinieren met wilde planten of bezoek Martins kwekerij of website.

Altijd op de hoogte?

Elke maand versturen we een nieuwsbrief met groentips en nieuws over samen natuurlijk tuinieren. Wil je als een van de eerste op de hoogte zijn van nieuwe artikelen, leuke weetjes en allerlei activiteiten?

Word supporter van AVVN en ontvang elk seizoen De Tuinliefhebber

Het tijdschrift over samen natuurlijk tuinieren!