Wanneer je leden polst of ze mee willen doen, denken ze regelmatig dat hun tuin er nog niet aan toe is. Ze hebben het idee dat alles er tiptop uit dient te zien. Maar ik heb de ervaring dat dit helemaal niet hoeft, sterker nog dat het zelfs een verademing is wanneer je de tuinders ziet worstelen met dingen waar jij in de eigen tuin ook last van hebt! Zo was het geval bij een tuin waar een grote bos zevenblad de bezoekers bij de ingang begroette: zevenblad, een kruid waar bijna geen kruid tegen opgewassen is - ik voer al jaren een ontmoedigingsbeleid. De gastvrouw heet me hartelijk welkom. Ze ziet waar ik naar kijk en verzucht dat er geen einde aan het zevenblad komt. “Ja, we kunnen niet alles tegelijk. Kom, ik laat je de rest zien, we hebben hele bijzondere varens.”
Onder constructie
Na een rondleiding mag ik het tuinhuis nog even bekijken. Dan blijkt niet alleen de tuin maar ook het tuinhuis nog ‘onder constructie’. Er is een nieuwe dakkoepel aangebracht die zorgt voor veel meer licht in het huisje. Nu de afwerking nog. “Wil je iets drinken?”, vraagt de gastvrouw. Vanaf het terras, genietend van een kopje thee, zie ik de gastheer praten met een jong stel dat kort geleden een huisje verderop heeft betrokken. Ze staan stil bij een plant. Ik hoor de gastheer zeggen: “Wil je een stukje mee? We hebben zoveel.” Hij voegt direct de daad bij het woord, haalt een schop op en overhandigt even later een kluit aan de nieuwe buren.
Op zoek naar evenwicht
Een opengestelde tuin die niet af is, niet perfect is, maar in ontwikkeling. Eigenlijk is een tuin dat altijd. Een tuin leeft en is daardoor voortdurend in beweging. In wezen ben je steeds bezig om een evenwicht te creëren. Het houdt een tijdje stand en dan moet je weer op zoek. En perfect, wat is eigenlijk perfect? Het antwoord kan weleens per persoon verschillen. En is eenmaal perfect altijd perfect? Nou, nee. Wat ik vroeger perfect vond, hoeft dat nu niet meer te zijn. Smaak en ideeën veranderen door de tijd heen.
Gewoon zijn
Dus perfect en af hoeft een tuin niet te zijn om hem aan anderen te laten zien. Je moet er wel zélf aan toe zijn om je tuin open te stellen. En wat je de bezoekers dan aanbiedt? De mogelijkheid om onbekommerd rond te neuzen. Nieuwe ideeën op te doen. Sfeer te proeven. In deze tuin hing een sfeer van hartelijkheid en ongedwongenheid. De tuinders waren zichzelf, zonder zich mooier voor te doen. Ze lieten zien dat de tuin een plek kan zijn waar je je maskers af mag zetten. Waar je comfortabele, oude kleren aan mag trekken, rondlopen met zwarte nagels en je haren in de war. Waar ik de neiging om mezelf altijd van de goeie kant te laten zien, mag laten varen. Waar ik gewoon mag zíjn. Op die manier de tuin openstellen en bezoekers uitnodigen tot meegenieten…