Aangekomen bij onze tuin peins ik nog wat na over onze conversatie. De buurvrouw zei iets over het ‘streekje’ waarvan haar tuin en tuinhuis onderdeel uitmaakt. Ik denk dat ze daarmee het buurtje bedoelde: de omliggende tuinen en bijbehorende tuinders. Ze sprak haar waardering uit over een plezierig evenwicht dat zij ervoer in het elkaar opzoeken en het elkaar vrij laten, elkaars privacy respecteren. Met zo nu en dan een praatje op het pad of in een tuin. En er verder voor waken dat je elkaars deur - tuin - plat loopt. “Ik heb het hier getroffen, aan dit streekje!”, zo ongeveer eindigde ons gesprek.
Divers gezelschap
Ons streekje bestaat uit een heel divers gezelschap. Jong en oud. Singles, stellen, gezinnen waarvan de kinderen na een winter weer een aantal centimeters zijn gegroeid. Nieuwelingen die nog een beetje moeten wennen, maar ook leden die al jaren een tuin hebben. Mensen die ieder seizoen een aantal maanden in hun huisje wonen of tuinders die er voornamelijk in de weekenden vertoeven. Een ieder met een eigen tuinhuis en een unieke tuinstijl. Zo op het eerste oog allemaal verschillend.
Maar zijn er ook overeenkomsten? Ja, die zijn er. We vertoeven graag in het groen en hebben allemaal gekozen voor een tuin op a.t.v. Piccardthof aan de rand van de stad Groningen. We delen eenzelfde hobby: bezig zijn in de tuin, met allerlei voorkomende ‘werk’zaamheden. We tuinieren op eenzelfde grondsoort waarin een aantal planten goed gedijt. Die zie je dus in de meeste tuinen…
Kostbaar goed
Ons streekje: zo divers en tegelijkertijd zo één. Een uitspraak van Bernie Glassman, een Amerikaanse zenmeester die jaarlijks een retraite geeft in het voormalige vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau in Polen, past hier heel mooi bij: “Als we aanvaarden dat alles verschillend is, beginnen we de eenheid van het leven te zien”.
Wij mensen hebben vele eeuwen achter de rug waarin we elkaar maar al te vaak als ‘vreemde anderen’ hebben gezien - en helaas nog steeds zien - , gebaseerd op een verschillende huidskleur, cultuur, klasse, gezindte. Terwijl we toch allemaal, om maar een paar overeenkomsten te noemen, een lichaam hebben om hier op aarde te kunnen vertoeven. We hebben allemaal lucht nodig om te ademen. We kunnen niet zonder voedsel en hebben hiervoor een spijsverteringskanaal. We planten ons voort, we kunnen ziek worden, we sterven… en we hebben allemaal liefde nodig.
Ons streekje, en in groter verband onze tuinvereniging: wat is het een kostbaar goed om deel van een groen geheel te zijn, met ruimte voor je eigen ‘kleur’. Ik word blij wanneer ik me dit weer besef, en net als de buurvrouw straal ik op mijn beurt, met de vogels als vrolijk kwetterende getuigen.