Het gonst en bruist van het leven in de Heemparken in Amstelveen. In dit geval op de heideveldjes en bij andere najaarsbloeiers waaraan bijen en hommels zich tegoed doen. Een paar late centaurea’s zijn de favoriete handplek van een groepje bijen, terwijl andere zweefvliegen en wilde bijen driftig heen en weer vliegen tussen alles wat nog kan voorzien in nectar.
Historie
De Heemparken omvat drie tuinen: Het J. P. Thijsse park, De Braak en het Koos Landwehr park. De Braak is het oudste gedeelte en werd al aangelegd in 1940 naar het ontwerp van landschapsarchitect C.P. Broerse die later ook het Thijsse park zou ontwerpen. Hoofd van de heemkwekerij was Koos Landwehr. Samen hebben ze een groene idylle geschapen, waarin de Nederlandse planten optimaal tot hun recht komen. Ontwikkeling, aanleg en uitbreiding van de heemparken ging door tot 1972. In 2011 kreeg deze groene gordel in Amstelveen de status van Rijksmonument.
Overal water
Wie het J.P. Thijsse park binnenloopt bevindt zich ineens in een kleurige en waterrijke omgeving. Het park wordt omzoomd door de brede Hoornsloot en is doorsneden met waterloopjes en vijvers. De uitgestippelde wandelroute slingert door het park en brengt je via smalle paden en bruggetjes van de ene naar de andere tuinkamer. Steeds met verschillende soorten planten, die een gemeenschappelijke factor hebben: het zijn allemaal inheemse planten, wat hier betekent dat ze minimaal 100 jaar in Nederland voorkomen.
Verschillende gronden
De heide begint te kleuren, we zien Salomonszegels die zwartblauwe bessen dragen. Giftig voor de mens, maar vogels zijn er dol op. Langs de vijver scharrelen een paar eenden tussen pluizige zandblauwtjes. Die plant gedijt op arme zandgrond, terwijl hier van origine een veenachtige ondergrond is te vinden. De grond van verschillende tuinkamers is bij de aanleg dan ook zodanig geprepareerd dat soorten van verschillende gronden hier kunnen aarden. Zo is in De Braak bijvoorbeeld een veldje met wilde orchideeën te vinden, terwijl elders juist weer planten zijn te vinden die gedijen in een bosachtige omgeving.
Zelfvoorzienend
De smalle paadjes van het J.P. Thijsse park ruilen we in voor de bredere paden van De Braak. Hier vind je wat grotere waterpartijen, langere houten bruggen en de heemkwekerij. Daar worden planten gezaaid en gestekt om ze later in de parken of op een andere plek binnen de gemeente te planten. Zo zijn de heemparken zelfvoorzienend, al zullen er ook vast wel eens planten van elders aangeplant worden. Als ze maar inheems zijn.
Doen
De met het logo van de heemparken gemarkeerde wandeling doet alle drie de parken aan en zo komen we na 1,5 uur dan ook in het Koos Landwehr park. Landwehr was, naast hoofd van de kwekerij, ook schrijver en begenadigd tekenaar van de verschillende atlassen. Van zijn hand verschenen Bladmossen (1966), Grassen (1974), Levermossen (1980), Nieuwe Atlas Nederlandse Bladmossen (1984). Zijn bekendste werk is het tweedelige Wilde Orchideeën in Europa uit 1977. Voor iemand met zo’n staat van dienst komt hij er maar ‘bekaaid’ vanaf, met een klein stukje park dat naar hem is vernoemd. Het oogt meer als een groene corridor die ons terugleidt van De Braak naar het J.P. Thijsse park. Uitbreiden zit er ook niet in, want het naar Landwehr vernoemde lapje grond ligt tegen de bebouwing aan. We hopen maar dat hij er tevreden mee is dat hij toch een eigen plek heeft gekregen in deze heemparken!
Praktisch
Er zijn verschillende punten waarop je de Heemparken kunt binnenlopen. Wij begonnen onze wandeling op de hoek van de Emmakade en Prins Bernhardtlaan. Daar vind je aan de rand van het Thijsse park ook een plattegrond. De uitgestippelde wandelroute is ongeveer 5 km lang, waarvoor je zeker 1,5 à 2 uur kunt uittrekken. Tussen het J.P. Thijsse park en De Braak loop je een stukje over de straat. Kwestie van de pijlen volgen.
De Heemparken zijn 365 dagen per jaar geopend en gratis toegankelijk. De heemkwekerij in De Braak is alleen op werkdagen geopend, tussen 08:00 en 16:00 uur.
Op de website vind je een plattegrond en meer informatie over activiteiten en rondleidingen.
© Foto's: Marco Basten