Stinzenplanten zijn bol- en knolgewassen die vroeger werden meegenomen uit het buitenland en werden aangeplant bij landgoederen, kastelen, buitenhuizen en op andere plekken waar welvarende mensen woonden. Het waren voor Nederland exotische bloeiers die als een soort statussymbolen dienden, want ze waren door hun herkomst vaak onbekend en kostbaar.
Inmiddels zijn veel van deze gewassen vertrouwd geworden in de Nederlandse tuin, zoals de krokus, het sneeuwklokje en de kievitsbloem. Deze soorten zijn bijna bij iedere teler te koop. Andere soorten, zoals holwortel en bostulp, zijn zeldzamer en vragen ook om specifieke omstandigheden om te floreren.
Historische vindplaatsen
‘Stinzenplanten zijn planten die men aantreft op plaatsen die vanouds gehoord hebben bij stinzen of staten, buitenplaatsen, voorname boerderijen, woningen van notabelen, pastorietuinen, kerkhoven en bolwerken. En die buiten die terreinen in dezelfde omgeving niet in het wild voorkomen’, aldus heemkundige Jacob Botke. Al in 1932 gebruikte hij de term stinzenplant, omdat het hem opviel dat veel voorjaarsbloeiers alleen op bepaalde plaatsen groeiden, zoals stinzen. Douwe van der Ploeg was in 1953 een van de eersten die uitgebreider schreef over stinzenplanten. ‘Er is gewoonlijk sprake van soorten of variëteiten met opvallende bloemen, die vroeger zijn uitgeplant en later ter plaatse zijn verwilderd en ingeburgerd’, aldus Van der Ploeg. Hij heeft vanaf de jaren vijftig veel geïnventariseerd, onderzocht en beschreven. De Fries groeide op in een omgeving die rijkelijk bedeeld was met stinzenplanten en dat nog steeds is. Ook elders in het land zijn fraaie vindplaatsen van stinzenplanten op historische landgoederen. Hieronder vind je een aantal van zulke plaatsen, die stuk voor stuk een bezoekje waard zijn.
Dekema State
De Dekema State in Jelsum, even boven Leeuwarden, wordt beheerd met veel aandacht voor stinzenplanten. Het is een mooi ensemble van huis, moestuin, fruitbomen met fraaie snoeivormen en een parkbos met veel stinzenplanten. Oorspronkelijk was Dekema State een stins, een middeleeuwse, verdedigbare, bewoonde toren. Door de eeuwen heen is hieruit het landgoed Dekema State ontstaan. Behalve de tuin is ook het huis te bezoeken, maar dat is pas vanaf april geopend.
Kasteel Neerijnen
In de Betuwe is de tuin en vooral het parkbos van Kasteel Neerijnen een fraaie vindplaats van stinzenplanten. De tuin ligt in de beschutting van een bos vlakbij de hervormde kerk. De kasteeltuin van Neerijnen is door vrijwilligers hersteld en wordt sinds 1996 met veel liefde onderhouden. Het is een waar lusthof met oude kassen, prachtige rozenhagen en bijzondere bloemen en planten. De tuin is gratis te bezoeken. Het kasteel deed lange tijd dienst als gemeentehuis, maar is nu gesloten.
Bezoekadres: Van Pallandtweg 12, Neerijnen
Martenastate
In het nog iets noordelijker gelegen Koarnjum is de Martenastate te vinden, een landgoed dat al rond 1400 in handen was van de familie Martena. Het huidige huis dateert uit het begin van de twintigste eeuw, het park eromheen is al veel ouder. Het is qua aantal soorten de rijkste vindplaats van stinzenplanten. Je kunt de parkachtige tuin op eigen houtje bezoeken, maar een wandeling met gids is misschien nog veel leuker. Elk jaar worden wandelexcursies met een gids in en rondom het landschapspark georganiseerd. Het voorjaar is de beste tijd om de stinzenplanten te ontdekken.
Landgoed Dickninge
In het Drentse De Wijk, ten oosten van Meppel, staat op de plek van een middeleeuws klooster nu landgoed Dickninge. Het huis dateert uit 1840, delen van het 175 hectare grote landgoed zijn nog ouder. Dit landgoed is met name bekend vanwege de uitbundig bloeiende holwortel. Die is waarschijnlijk al zo’n 700 jaar geleden hier gekomen via de kloosterlingen. Maar ook bosanemoon, gevlekte aronskelk, sneeuwklokje en muskuskruid zijn hier te vinden. Het huis is particulier bezit, maar de 8,5 kilometer lange wandelroute De landgoederen van de Reest – die in totaal drie landgoederen in de buurt aandoet – brengt je ook op landgoed Dickninge.
Bezoekadres: Schiphorsterweg 40, De Wijk
Landgoed Hackfort
In Gelderland is landgoed Hackfort in Vorden bekend om zijn collectie stinzenplanten. In dit stukje Achterhoek is een ‘eenvoudig huis’ langs de Baakse Beek uitgegroeid tot een compleet landgoed met kasteel, watermolen, boerderijen, boomgaarden, graanakkers, weilanden en bosjes. De stinzenvegetatie is hier sinds 2009 gerestaureerd en uitgebreid, na historisch onderzoek door Trudi Woerdeman. Een prima plek om te wandelen en rond te kijken. Een klein deel van het kasteel is te bezoeken op dinsdag en zaterdagmiddag, het landgoed de hele week. Het beheer is in handen van Natuurmonumenten. De planten zijn prachtig en trekken veel bezoekers, met name in de weekenden in het voorjaar. Liever wandelen in rust? Kies dan een doordeweekse dag!
De Commelinhof
In Maarssen, vlakbij Utrecht, vind je in park Vechtenstein de Commelinhof. Vechtenstein is in 1828 door tuinarchitect J.D. Zocher heringericht in een schilderachtige, natuurlijke landschapsstijl, met een vijver en een meanderende beek. De naam Commelinhof verwijst naar de bekende botanicus Johannes Commelin (1629-1692). Zijn dochter Cornelia woonde vanaf 1683 met haar echtgenoot Lucas Hondius op Vechtenstein. In 1992 is de Commelinhof door de gemeente in beheer gegeven van de Werkgroep Milieu Maarssen. Onder leiding van Jan en Joke Wolters werd gewerkt aan de uitbouw van de Hof. Jan Wolters was een deskundige op het gebied van stinzenplanten en hun omgeving. De lokale IVN-afdeling beheert nu de tuin. Deze is alleen in het voorjaar, als de meeste stinzenplanten bloeien, te bezoeken.
Wat is wanneer waar te zien?
Op de website Stinzenflora-monitor.nl kun je zien welke planten wanneer bloeien, op welke plek. Met behulp van meldingen van de aangesloten landgoederen wordt inzichtelijk gemaakt wanneer ergens iets in bloei staat. Een fijne website als je zeker wil weten dat je niet voor niks afreist!
www.stinzenflora-monitor.nl
Foto banner: Machteld Klees